Naar een verbetering van de draaibare as in een vormerhouder die wordt gebruikt bij het productieproces van gedompelde latexproducten, waarbij de as is verbonden met een koppeleenheid met een transportketting en een rollichaam dat een vormer herbergt. een vormerhouder omvat een rollichaam met een centraal uitsparingsgedeelte (15) om een ​​vormer op te nemen; een d-vormige dwarsdoorsnede-as die is geplaatst en bevestigd aan het rollichaam en; een vergrendelingsmiddel om de eerstgenoemde vast te houden en te vergrendelen. waarbij het rollichaam van de vormerhouder een vormergeleider heeft die centraal op het uitsparingsgedeelte is geplaatst en passend kan worden gekoppeld aan de mondopening van de vormer. een as met een d-vormige dwarsdoorsnede aan één uiteinde, vastgezet met een grendelmiddel dat in hoofdzaak onder de rechte hoek ten opzichte van de eerstgenoemde geleiding is geconfigureerd, en; het andere uiteinde van de as is verbonden met een koppeleenheid die bij de transportketting hoort. Het grendelmiddel is verplaatsbaar langs de gemeenschappelijke as van de as door middel van een houderset en wordt geactiveerd door de werking van de veer van het voorspanmiddel om het eerstgenoemde stevig vast te zetten en te vergrendelen.

De opstelling en werkwijze voor het assembleren van voormalige houders” openbaart een opstelling en werkwijze voor het assembleren van voormalige houders ter vervanging van de conventionele methode met enkele voormalige houder om de hoeveelheid en productiviteit bij de handschoenproductie te vergroten. De werkwijze voor het assembleren van voormalige houders bij de handschoenproductie van de geopenbaarde publicatie omvat een pen die is bevestigd aan het uiteinde van elk van de genoemde assen die zich uitstrekken vanaf de genoemde ketting; twee scharnieren die aan de pin zijn bevestigd, dragen elk een houderbevestiging, wat betekent dat twee voormalige houders één schachtverlenging delen, waarbij het paar scharnieren op dezelfde schachtverlenging de een op elkaar zou hebben tijdens de productie van handschoenen en het paar voormalige houders aan het uiteinde van elk van de verlengingsschachten zijn gescheiden, waarbij een van de twee voormalige houders 90 graden is gekanteld ten opzichte van de oorspronkelijke positie tijdens processen zoals bedrukken en het uittrekken van handschoenen. De stripefficiëntie van de bovengenoemde opstelling van de eerstgenoemde houders is echter nog steeds niet op het gewenste niveau. Bovendien bestaat er met de bovenstaande opstelling kans op het overslaan van handschoenen tijdens het stripproces, wat opnieuw de efficiëntie van het handschoenvervaardigingsproces vermindert.